Tagarchief: verkavelingsvlaams

Het gebruik van u, gij, ge, jij en je (en tutoyeren) in Vlaanderen: nog een hoofdstuk over het Belgisch Nederlands

Wordle: Untitled
Hoe werken”gij” “jij” en “u” in Vlaanderen, is een vraag die heel wat Nederlanders, maar ook sommige Vlamingen zich stellen.

Alles wordt simpel als we uitgaan van het verschil tussen het Zuid Nederlands en het Noord Nederlands. Je/jij/jouw zijn Noord-Nederlands, waarmee we met Noord Nederlands het hele land Nederland bedoelen (want ook in de zuidelijke provincies van Nederland overheerst het Noord Nederlands). Gij/ge/gullie/uw zijn Zuid-Nederlands, traditioneel gebruikt door nederlandstalige Belgen.  Verder is het Zuid-Nederlandse “ge/gij” =het Noord-Nederlandse “je/jij” (gebruikt om vrienden, kennissen, mensen met wie men op vertrouwelijke voet staat, aan te spreken).  De hoffelijke aanspreekvorm in zowel het Zuid Nederlands als het Noord Nederlands is “u.”  In beide landen spreekt men dus traditioneel derden die men niet kent met “u” aan, zoals ook uitgedrukt in “a.u.b” of “dank u.”

De Zuid-Nederlandse aanspreekvormen zijn:

1. Formeel (beleefdheidsvorm):

a.enkelvoud: u (bez. vnw. uw)

Voorbeeldzin: Heeft u uw boek gevonden?

b. meervoud: u (bez. vnw. uw)

Voorbeeldzin met “hebben”: Heeft u dat allemaal gezien?

Voorbeeldzinnen met “zijn”:

Traditioneel: Waart u daarbij?   Nu: Was u daarbij?

Traditioneel: Zijt u daar geweest? Nu: Bent u daar geweest?

Traditioneel: Zijt u zeker? Nu: Bent u zeker?

2. Informeel (voor vrienden, kennissen, enz.)

a. enkelvoud: ge (gij) (bezittelijk voornaamwoord bij gij is “uw”)

Hebt ge (gij) uw boek gevonden?

Zijt ge zeker? Zijt ge daar geweest?

Waart ge zeker?

b. meervoud: gullie/uw

Hebt gullie dat gezien?

Waart gullie daarbij?

Zijt gullie daarbij geweest?

(zoals bij de meervoudsvorm van “u” wordt ook bij “gullie” het werkwoord  in het enkelvoud gehouden)

De Noord-Nederlandse aanspreekvormen zijn:

1. Formeel (beleefdheidsvorm): u (bez.vnw. uw)

a. enkelvoud

Heeft u dat gezien?

Was u daar?

b. meervoud:

Heeft u uw boek gevonden?

Was u daar?

2. Informeel (voor vrienden, kennissen):

je (jij) (bezittelijk vnw. bij jij is jouw)

a. enkelvoud

Heb jij jouw boek gevonden?

b. meervoud:

Hebben jullie het boek gelezen?

Zijn jullie zeker?

Waren jullie daar?

******************

VOORBEELDEN VAN FOUTE ZINNEN:

Hebt gij *jouw boek gevonden? (moet zijn: hebt gij uw boek gevonden?)

Mevrouw, wil *jij de deur openhouden? (formele aanspreekvorm met mevrouw of meneer, gebruik “u” en niet *jij)

Wat wil *je drinken? (beter “u”, want “je” wordt als “onbeleefd” ervaren in België in restaurants, cafés e.d.)

U heeft gezegd, dat u *jouw bankkaart zou meebrengen (moet zijn “dat u uw bankkaart zou meebrengen)

(het bezittelijk voornaamwoord bij de beleefde aanspreekvorm “u” is “uw.” “Je” “jij” en “jouw” zijn informele aanspreekvormen en worden niet gebruikt in formele situaties waarin men klanten in een bank e.d. aanspreekt)

******************

Zowel in Nederland als in Vlaanderen schijnt men dit systeem niet altijd meer te begrijpen, zo weten we uit persoonlijke ervaring.  Nochtans is het simpel: het Zuid Nederlands gebruikt “gij” voor het Noord-Nederlandse “jij.”  Beide landen gebruiken “u” als hoffelijke aanspreekvorm.  Het klopt verder ook niet dat “Vlamingen zelfs u tegen een baby zeggen” zoals men soms wel eens in Nederland zegt.  “Uw” is het bezittelijk voornaamwoord dat zowel bij “gij” als bij “u” hoort. Dus als een moeder tegen een kind zegt “eet uw pap op,” dan is dat géén formele aanspreekvorm maar het juiste bezittelijk voornaamwoord bij gij, want een baby of kind wordt met gij aangesproken. Verder is het ook incorrect te stellen dat “gij” dialect, Verkavelingsvlaams of tussentaal zou zijn. Gij is de traditionele aanspreekvorm voor de tweede persoon informeel die ook tot einde 19de eeuw in Nederland gebruikt werd en ook nog in Noord-Nederlandse boeken tot ver in de 20ste eeuw te vinden is. Zo schreef Van Gogh brieven aan zijn broer waarin hij zijn broer met gij aansprak.  “Jij” is de Noord-Nederlandse (Hollandse) vorm die van latere datum is en die door Multatuli gebezigd werd.

Op het internet kwamen we uitspraken tegen van een Nederlandse onderzoekster die zich ook bezighoudt met het gebruik van “gij” en “jij” in Vlaanderen en die zich afvraagt hoe dat gebruik nu eigenlijk werkt. We helpen graag bij het verklaren: traditioneel gebruikt men in Vlaanderen of Noord België “gij”/ge en u/uw, want jij/je zijn Noord-Nederlands, eigen aan het spraakgebruik in Nederland (nota: in het Limburgs zegt men ook “du” en in het West Vlaams ook  “ghi”/ji, maar in de gedrukte Zuid-Nederlandse standaardtaal werd in gans Vlaanderen “gij” gebruikt. “Gij” is dus niet gelijk aan een “Antwerps-Brabantse” dialectvorm, zoals soms ten onrechte beweerd wordt, maar was tot in de jaren 50-60, en zelfs later, de informele aanspreekvorm in de Zuid-Nederlandse schrijftaal in heel Vlaanderen. Tegenwoordig is het “gij” gebruik beperkt tot de informele spreektaal, ten gevolge van de taalzuiveringscampagnes waarover hieronder en op onze home page meer).

Evenwel is men in de tweede helft van de 20ste eeuw in Vlaanderen aan uiterst strenge taalzuivering beginnen doen. Dus pas in het Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog is  men begonnen met het invoeren van het Noord-Nederlandse “jij” als informele aanspreekvorm, in het kader van de éénmaking van de Nederlandse taal en taalzuivering. Dat betekent dat het taalbeleid in België erop bedacht is het Zuid Nederlands zoveel mogelijk aan banden te leggen en zogenaamd “ongewenste” Zuid-Nederlandse vormen “weg te zuiveren.” Spijtig genoeg horen daar ook vormen als “ge” en “gij” uit de Zuid-Nederlandse spreektaal toe. Het is dan ook spijtig dat deze belangrijke achtergrond over de taalpolitiek in België ontbreekt in volgende opmerkingen van een onderzoekster in een artikel uit Taalschrift, een tijdschrift van de Nederlandse Taalunie:

"Vlaanderen is tegenwoordig wel een belangrijk onderzoeksgebied van mij.
De ontwikkelingen in het gebruik van de aanspreekvormen in Vlaanderen lijken wel op die in
Nederland, maar ze zijn niet helemaal hetzelfde. Een belangrijk verschil met Nederland is dat in
Vlaanderen niet twee, maar drie aanspreekvormen worden gebruikt: jij, u én gij. Het lijkt erop dat in
Vlaanderen vooral in de (spontane) spreektaal de drie aanspreekvormen willekeurig door elkaar
worden gebruikt: jij, u en gij worden in Vlaanderen gemixt. Dat maakt het observeren van het
gebruik van die voornaamwoorden erg lastig. Op de Belgische televisie zie je regelmatig dat in één
programma dezelfde persoon met zowel u, jij als gij wordt aangesproken. Er lijkt geen enkele logica
achter het gebruik van die drie aanspreekvormen te zitten. Vooral de status van het Vlaamse gij is
mij nog onduidelijk. De ene keer is gij synoniem met jij, de andere keer met u. Heel lastig, maar
natuurlijk ook heel boeiend. Wel blijkt uit mijn onderzoek dat jongeren in Vlaanderen steeds minder
gij zeggen en steeds meer jij.”

(http://taalschrift.org/img/vermaas4.pdf)

Wat de Nederlandse onderzoekster hier stelt, dat er “geen logica” zou zijn en dat Vlamingen de je/gij en u zomaar “willekeurig” door elkaar gebruiken, is niet correct. Niets is minder waar: als de drie vormen door elkaar gebruikt worden, is dat het gevolg van de verwarring die ontstaan is bij sommige Vlamingen onder invloed van het strenge en repressieve taalzuiveringsregime in Vlaanderen. Het is namelijk de bedoeling dat nederlandstalige Belgen langzaam maar zeker dat zogenaamd ouderwetse Zuid-Nederlandse “gij,” ook in hun spreektaal, afschrijven en exclusief overschakelen op het Noord-Nederlandse “jij.” Vandaar dat er in Vlaanderen ook campagnes tegen “gij” gevoerd worden zoals in de media campagnes tegen het zogenaamde “Verkavelingsvlaams.” Die taalzuivering in België heeft een nieuw gezicht gekregen in het Taalunie tijdperk (na 1980), zodat het dan ook niet verwonderlijk is dat de jonge generatie geboren na 1980 het Noord-Nederlands “jij” versterkt is gaan gebruiken (ook geholpen door internet, radio, jongeren programma’s, enz.).  Diezelfde “na 1980 jongeren generatie” is ook op school het Noord-Nederlandse woordje “leuk” aangeleerd, van in de laagste kleuterklasjes en via gedubte kinderprogramma’s, want ook “leuk” kwam voor 1980-1990 zo goed als niet voor in België (men zei “geestig,” “plezant,” “plezierig,” “fijn,” “aangenaam,” “sympathiek” “prettig” enz. maar eigenlijk nooit “leuk”).

Het heeft dan ook weinig zin het gebruik van “gij” en “jij” in Vlaanderen wetenschappelijk te onderzoeken zonder dat de wetenschappelijke studie in kwestie rekening houdt met de traditie van taalzuivering. De bedoeling van de taalpolitiek die gevoerd wordt is namelijk dat het “gij” en “gullie,” zelfs in het gesproken Zuid Nederlands, op termijn zo goed als verdwijnen, niet enkel uit de geschreven taal (wat al gebeurd is), maar ook uit de gesproken taal in België. En precies met die taalpolitiek heeft deze blog serieuze problemen omdat het standpunt van deze blog is dat het Noord en Zuid Nederlands naast elkaar dienen te kunnen bestaan, zonder dat het Zuid Nederlands tot verdwijnen gedoemd is.

Zoals deze website bovendien al meermaals heeft opgemerkt: het woord “taalzuivering” is zo goed als taboe in Nederlandse taalstudies, zoals ook blijkt uit de Nederlandse studie hierboven geciteerd. Zo goed als niemand wil grif toegeven dat er in Vlaanderen tot op de dag van vandaag aan “taalzuivering” gedaan wordt en ook die term”taalzuivering” duikt zelden op in wetenschappelijke studies (tenzij men het  bv. heeft over de periode jaren 50-60).

Verder is deze website “Red het Belgisch Nederlands” niet gekant tegen “jij,”  en is deze website evenmin gekant tegen het Noord Nederlands. Integendeel, deze website wil lobbyen voor de gelijke waardering van Noord en Zuid Nederlands. Daarom heeft deze website kritische vragen bij pogingen van het taalbeleid in België (niet zelden verwoord door Vlaamse representanten van de Taalunie) om zelfs het “gij” uit de Zuid-Nederlandse spreektaal uit te faseren.

De positie van deze website:

laat “gij” bestaan in de Zuid-Nederlandse spreektaal. Dat kan als Vlaamse opiniemakers ophouden met het villifiëren van de Zuid-Nederlandse spreektaal door deze negatief “Verkavelingsvlaams” te noemen. Noord en Zuid Nederlands moeten gewoon naast elkaar kunnen bestaan.  Aan “de Nederlanders,” zoals sommigen wel eens durven te beweren, ligt het zeker niet, want telkens je Nederlanders erop aanspreekt, blijkt dat vele Nederlanders van het Zuid Nederlands houden. De meeste Nederlanders blijken ook niet op de hoogte zijn van de negatieve beeldvorming en de negatieve campagnes die in Vlaanderen tegen de Zuid-Nederlandse spreektaal (“het Verkavelingsvlaams”) en tegen Zuid-Nederlandse woordenschat (“plezant,” “goesting,” “kleedje” “appelsien” enz.) gevoerd worden.

Verschillen tussen Vlaanderen en Nederland in het gebruik van de beleefdheidsvorm “u”

De trend om de informele aanspreekvorm “jij” altijd en overal te gebruiken (en dus iedereen, ook “derden,” ongevraagd te tutoyeren) blijkt afkomstig te zijn uit Nederland.  Maar heel wat Nederlanders klagen er ook over en houden strikt vast aan de hoffelijke aanspreekvorm “u.”   Toch zijn er ook belangrijke culturele verschillen met België.  Meer nog dan in Nederland maken de meeste Nederlandstalige Belgen nog steeds een strikt onderscheid tussen “u” en  de informele aanspreekvormen ”gij” (Zuid Nederlands) en “jij” (Noord Nederlands), precies zoals men ook in Frankrijk en in Duitsland een strikt onderscheid maakt tussen hoffelijke aanspreekvormen en informele aanspreekvormen. Dus  ”u” gebruiken ze om anderen (derden) aan te spreken en “gij” en “jij” worden voorbehouden voor familie, vrienden en kennissen. “A.u.b.” en “dank u” horen bij die hoffelijke aanspreekvorm “u”. Het bezittelijke voornaamwoord dat bij “u” hoort is “uw” (“Heeft u uw bankkaart vergeten?”) en nooit of te nimmer “je/jouw.”

Heel wat nederlandstalige Belgen ervaren de directe aanspreekvorm “je”/”jij” in formele situaties, reclame, gesprekken met bankbedienden, overheidsteksten en tijdschriften, als te direct of zelfs onbeleefd.  Vele teksten van de Vlaamse overheid respecteren dat culturele verschil en spreken de geadresseerde correct met “u” aan.  Maar onder druk van reclame en en een soort marketeers Nederlands, waarin iedereen altijd met “je” aangesproken wordt,  dreigt het onderscheid tussen u en gij/jij te verdwijnen, wat dikwjls als ongewenst door de geadresseerden ervaren wordt. Zolang ministers en andere hooggeplaatsen met “u” dienen geadresseerd te worden, lijkt het niet meer dan normaal dat ook de gewone doorsnee burger het recht heeft door marketeers en co. met “u” aangesproken te worden.   Trouwens, ook vele Nederlanders ergeren zich zeer aan reclameteksten of situaties waaruit de beleefdheidsvorm “u” geschrapt is (sommigen zien het als teken van “verhuftering”).    Wie op Nederlandse autostrades rijdt, weet dat zelfs de verkeersborden op die autostrade de bestuurders met “je” aanspreken ipv met het hoffelijke “u.”

Toch spreken ook heel wat websites van de Nederlandse overheid de burger correct met “u” aan, terwijl we bij de Vlaamse overheid de omgekeerde tendens schijnen te kunnen waarnemen: in Vlaanderen merken we dat websites van de Vlaamse overheid meer en meer op het onhoffelijk aandoende “je” overschakelen (o.i.v. een soort “marketeers Nederlands”?). Dat is merkwaardig omdat de Vlaamse overheid over een taaladviesdienst beschikt (taaltelefoon).  De anti-zwerfvuil campagne van de Vlaamse overheid spreekt de burger correct met “u” aan en gebruikt ook standaard Zuid-Nederlandse woordenschat (zoals “vuilbak” en “proper” ipv het Noord-Nederlandse “schoon”. Schoon heeft in België zijn oorspronkelijke betekenis behouden, die men ook in Nederland gebruikte, en schoon betekent in België dus “esthetische schoonheid.” Mooi is Noord Nederlands en van latere datum dan “schoon”).  Zo luidt de slogan van de campagne: “Zwerfvuil is niet meer van deze tijd. Dank zij u blijft het proper.”  Maar we merken dat op diezelfde website, een incorrect gebruik van “je” voorkomt. Want op de vraag “Is uw buurt al helemaal mee?” volgt “Zoek in je buurt,” wat natuurlijk: “Zoek in uw buurt” dient te zijn (http://www.indevuilbak.be/). We kunnen ons afvragen of deze foute vormen van “je” en het schrappen van het beleefde aanspreekvorm “u” afkomstig zijn van de website designers die deze sites ontwerpen? Zo ja, dan zou het misschien goed zijn als de  taaladviesdienst van de Vlaamse overheid deze fouten zou corrigeren.  Vele Belgische burgers wensen met het hoffelijke “u” en “uw” door de Vlaamse overheid, websites van ministeriële kabinetten, de NMBS, de Lijn en andere diensten aangesproken te worden.  Het correcte gebruik van die aanspreekvorm “u” dreigt te verdwijnen als het “marketeers Nederlands” verder de overhand mag krijgen, zowel in Nederland als in Vlaanderen.

Reacties uitgeschakeld voor Het gebruik van u, gij, ge, jij en je (en tutoyeren) in Vlaanderen: nog een hoofdstuk over het Belgisch Nederlands

Opgeslagen onder Belgische uitdrukkingen, BelgischNederlandse uitdrukkingen, Uncategorized, Vlaamse uitdrukkingen

Ruud Hendrickx, Vlaams hoofdredacteur van Van Dale en VRT taaladviseur, zet “gejost” en “gesjareld” in Dikke van Dale

Wordle: Untitled
Goed nieuws voor wie zich inzet voor het Belgisch Nederlands of Zuid Nederlands: de Vlaamse hoofdredacteur van Van Dale, Ruud Hendrickx, zal “gejost” en “gesjareld” in de volgende editie van de Dikke Van Dale opnemen. Dat dank zij een brief van twee scholieren, Bram Thienpont en Jill Sonck van het Koninklijk Atheneum Ninove, aan de Van Dale hoofdredacteur.  De studenten moesten 6 maanden wachten op antwoord, maar het woord “jossen” is dank zij de politieke onderhandelingen in het nieuws en in de pers geweest, en krjgt dus nu een plaats in de Dikke Van Dale.  Zo kwam het woord “gejost” in het nieuws toen VRT journalist Lieven Verstraete aan Bart de Wever vroeg of hij zich “gejost” voelde? Bart de Wever zei dat hij niet op die vraag wilde antwoorden omdat het “tussentaal” zou zijn.  Nu blijkt dat Ruud Hendrickx, die ook de huidige VRT taaladviseur is, het bijvoegelijk naamwoord “gejost” in de Dikke van Dale zal zetten. Het zal zeker geen kwaad hebben gekund dat een prominent VRT journalist als Lieven Verstraete het woord “gejost” gebruikte.

Wij zijn opgetogen over deze ontwikkelingen, omdat deze blog “Red het Belgisch Nederlands/ Red het Zuid Nederlands” een lobby is voor de opname van meer Zuid Nederlands in de Van Dale (u vindt trouwens een uitgebreide lijst met typisch Zuid-Nederlandse woordenschat op deze link: https://belned.wordpress.com/belgisch-nederlands-voorbeelden/) We zijn verder ook opgetogen omdat deze blog actie voert tegen negatieve labels als “tussentaal” en “Verkavelingsvlaams.” Toch zitten er nog steeds “addertjes onder het gras.” Het is namelijk zo dat er nu al heel wat “tussentaal” en zelfs “dialectwoorden” in de Dikke van Dale staan. Ja, dat heeft u goed gelezen, het is niet omdat een woord in de Dikke Van Dale staat dat het daarom een AN woord is. Even belangrijk voor deze blog, daarom, is dat méér Zuid-Nederlandse woorden die nu al in de Van Dale staan, erkend worden als zijnde AN of standaardtaal. Er staan namelijk ook heel wat Zuid-Nederlandse woorden in de Dikke van Dale die een “negatief” label krijgen, zodat ze uit de AN spreektaal gehouden worden. Voorbeelden daarvan zijn “kleed” dat in het AN nog steeds door het Noord-Nederlandse “jurk” dient vervangen te worden of “appelsien.” Of denk aan “fier”: dat staat wel in de Van Dale, maar in de geschreven pers wordt het vervangen door “trots” en wordt het duidelijk dat het Zuid-Nederlandse “fier” niet gewenst is in het “echte” “zuivere” AN. Wie dagelijks Belgische kranten leest, weet dat de taalredacties van Vlaamse kranten veel acceptabele Zuid-Nederlandse woorden uit hun kranten houden (denk bv. aan “wenen” dat vervangen wordt door “huilen,” “dikwijls” door “vaak,”  “kwaad” door “boos”), ook al staan die woorden in de Dikke van Dale (bv. kleedje). Dus we zijn nog steeds niet waar we moeten zijn.

Op deze website hebben we uitgebreide discussies gehad met de heer Hendrickx over het Zuid Nederlands of Belgisch Nederlands en de uitsluitingsmechanismen die nog steeds in de Dikke van Dale aan het werk zijn.  Zo schreven we een “open brief” aan Ruud Hendrickx, waarop hij reageerde:

https://belned.wordpress.com/2011/01/26/belgisch-nederlands-open-brief-ruud-hendrickx/

En ook op deze link wisselden we van mening:  https://belned.wordpress.com/2011/02/09/belgisch-nederlands-antwoord-ruud-hendrickx/

Enerzijds is het positief de opname van “gejost” te zien, met dank aan Ruud Hendrickx, maar anderzijds  blijven we via onze blog verder lobbyen bij de Belgische redactie van Van Dale en hopen we dat veel meer Zuid-Nederlandse woorden (kleedje enz.) als standaardtaal erkend zullen worden.

Volledigheidshalve voegen we er ook aan toe dat er in het dagblad de Standaard, een negatieve reactie op de beslissing van Ruud Hendrickx verscheen:

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=M53C0RSO

Het interview met Ruud Hendrickx en de twee scholieren uit het VRT programma Duizend Zonnen kan u hier zien:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/ookdatnog/1.1053943

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Nederlanders en Vlamingen over de Nederlandse en Vlaamse taal in “de 17 provinciën” van de VRT (Klara) en Radio 4 (Hilversum)

Nederlanders houden in het algemeen van het Belgisch Nederlands of Zuid Nederlands, wat zij “het Vlaams” plegen te noemen. Dat is hier op deze blog al enkele keren betoogd en dat was de slot conclusie die getrokken kon worden uit een 10 uur lang durende debatdag in Amsterdam, (“de 17 Provinciën,” georganiseerd door Klara, Radio 4, Vlaams cultuurhuis de Brakke Grond, en De Buren).

Ik moest wel een deel van de 10 uur missen, maar wil toch een verslag geven over het groot deel van de dag dat ik wel kon beluisteren. En wat viel op tijdens deze debatdag over “wat ons Vlamingen en Nederlanders verbindt en wat ons scheidt”? Elke controverse en negativiteit over “de Vlaamse taal” werd door de deelnemende sprekers vermeden. Lag het eraan dat het debat in Amsterdam plaatsvond of lag het aan de geselecteerde sprekers? In ieder geval ontbrak de harde, negatieve taal over “koetervlaams” en Verkavelingsvlaams” waarmee we hier in gezaghebbende Vlaamse media zo dikwijls om de oren geklopt worden. Wat een verademing!  Meer nog, sommige van de Nederlandse deelnemers bekenden open en bloot hun liefde voor “het Vlaams.”

Zo stelde Marc Reugebrink, een Vlaams auteur van Nederlandse afkomst die Belgisch staatsburger is, dat hij Vlaams spreekt; de NOS correspondent in Brussel, Joris van Poppel, had het erover dat hij Vlaamse politici in het Vlaams aansprak (maar dat hij dat Vlaams niet kon spreken op de NOS); en de Nederlandse politicus Frans Timmermans, ook Nederlands Limburger, sprak vloeiend “Vlaams,” zei hij, omdat hij als kind naar een Vlaamse lagere school was geweest (lagere school heet in Nederland basisschool).  Dat alles is opmerkelijk omdat er nog steeds enkele Vlaamse taalkundigen zijn, die het bestaan van het “Vlaams,” laat staan het Zuid Nederlands, als een bona fide variant van het Nederlands in vraag trekken. En die datzelfde Vlaams, zo geliefd bij deze Nederlanders, graag negatief reduceren tot “Verkavelingsvlaams.”  Hoe kan dat nu  dat “het Vlaams” als geaccepteerde taalvariant niet bestaat, terwijl er toch heel veel Nederlanders zijn die ervan houden?

Het meest uitgesproken was de “ode aan het Vlaams” van de Nederlandse comedienne Sanne Wallis de Vries: een Vlaamse man zegt poëtisch “ik zie u graag” wat heel wat schoner klinkt dan het Nederlandse “ik wil je aan mijn spies rijgen,” grapte ze. Ze bezong het zachte Vlaams en stelde dat als ze Vlaams hoorde, ze ook bij de spreker ervan wilde blijven. Enfin, haar stukje was een echte “tour-de-force-” en hopelijk binnenkort te bekijken online.

Daarnaast ging het debat ook over “valse vrienden,” woorden die in het Noord en Zuid Nederlands gelijk zijn maar een andere betekenis hebben. Zo had Ivo van Hove het over “op de middag” wat in Vlaanderen om 12 uur is, in Nederland ’s namiddags.  Marc Reugebrink is met een Vlaamse getrouwd, en gebruikt veel Vlaamse woorden zoals “goesting,” en hij zegt ook al “schoon” i.p.v. “mooi.” Verder had hij het erover hoe zijn vrouw hem vroeg zijn “vest” of “mantel” te halen (voor het Noord-Nederlandse “jas”) en het Noord Nederlandse “colbert” was dan weer “gilet” in het Vlaams. We zouden hier niet zoveel aandacht aan besteden, ware het niet dat ettelijke van deze woorden door Vlaamse taalkundigen gebrandmerkt werden als zijnde géén AN en dus niet wenselijk in het éne Nederlands waartoe zij het Noord en Zuid Nederlands willen reduceren (ttz een Nederlands van boven de Moerdijk met een klein beetje Belgische variatie) . Ivo van Hove, de Vlaamse regisseur die al 11 jaar in Nederland woont, had het er dan weer over dat hij het Nederlandse “leuk” zeer veel gebruikte en de Nederlandse presentatrice, Margriet Vroomans, beaamde dat “leuk” een zeer Hollands woord is.Er was ook een wat minder positieve noot: zo vond Kristien Hemmerechts dat Nederlanders wel eens de neiging hebben om over “het grappig taaltje” van de Vlamingen te spreken alsof het “Afrikaans” en geen echt Nederlands was.

Vlaams hoofdredacteur van het NRC, Peter Vandermeersch, merkte op “dat we verschillende talen” spreken. Ook deze blog stelt al enige tijd dat Nederlanders en Vlamingen verschillende taalvarianten spreken en dat het er nu maar eens gedaan mee moet zijn het steeds over “dat éne AN,” dat éne Nederlands te hebben (een legaat nog van de Taalunie uit 1980; lijkt het wel). Laten we mekaars taalvarianten accepteren zonder, zoals in het verleden, te proberen het Zuid Nederlands te marginaliseren. De goodwill is er bij alle partijen die vandaag in Amsterdam aan het woord waren. Het is nu aan de leidinggevende Vlaamse taalkundigen die indirect een achterhaald taalzuiveringsprogramma nastreven, om hun beoordelingen over het Zuid Nederlands bij te schaven en te laten rijmen met de realiteit anno 2011. Laat de 19de eeuwse opvattingen over die éne juiste (Noord) Nederlandse taal varen en ook de negatieve beeldvorming rond het Zuid Nederlands. Zolang de negatieve labels in woordenboeken, taalboeken, en taalzuiverende stijlboeken niet verdwijnen, en het Nederlandse taalbeleid in België niet wordt bijgestuurd, blijft die achterhaalde idee van dat “te vermijden” Zuid Nederlands een taai leven verderleiden.

Reacties uitgeschakeld voor Nederlanders en Vlamingen over de Nederlandse en Vlaamse taal in “de 17 provinciën” van de VRT (Klara) en Radio 4 (Hilversum)

Opgeslagen onder Uncategorized

De 17 provinciën van de VRT (Klara) en Radio 4 Hilversum

Deze morgen hoorde ik dat er op Klara, de klassieke VRT radio,  naar een wapenspreuk voor de 17 provinciën gezocht wordt.

“Waaaaat!,” verschoot ik, hebben de Groot Nederlanders overnacht een staatsgreep gepleegd?

Gelukkig maar is dat niet het geval! De politiek gezien merkwaardige benaming “17 provinciën” is gekozen voor een culturele uitwisseling tussen Nederland en Vlaanderen. (Als u niet weet wat de “Groot-Nederlandse gedachte” betekent, google die term dan even…).

Enfin, de ietwat ongelukkige naam “17 provinciën” is gekozen voor vrijdag, 24 juni, want dan zenden Radio 4 (Hilversum) en de VRT samen uit vanuit De Brakke Grond in Amsterdam, wat een heuglijk feit is. Meer samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland kan enkel aangemoedigd worden.

Maar wij zullen vooral luisteren naar wat er die dag over de Nederlandse taal en het Zuid Nederlands zal gezegd worden. Zal men weer de ideologie van slechts één Nederlandse taal verkondigen (met een heel klein beetje toegestane variatie voor de Belgen), de impliciete visie van de Taalunie, of zal men nu eindelijk erkennen dat het Noord- en Zuid Nederlands grondig van elkaar verschillen, dat daar niets mis mee is, en dat het wegzuiveren van het Zuid Nederlands achterhaald is?

Zullen de culturele zenders van de VRT en andere Vlaamse culturele vertegenwoordigers weer de ideologie van slechts één Nederlands, één AN aanhangen? Want daar ligt het eigenlijke probleem: de meeste Nederlanders zijn namelijk helemaal niet tegen méér (als AN) erkend Zuid Nederlands. Integendeel. Het probleem ligt gewoonlijk bij een aantal leidinggevende Vlaamse taalkundigen en Vlaamse opiniemakers, die zich overwegend aan de “boven de Moerdijk is het beter regel” houden (ook al stellen ze tegelijkertijd dat ze zich voor meer erkenning van het Belgisch Nederlands willen inzetten). En die negatieve termen als “tussentaal” en “Verkavelingsvlaams” hanteren in pogingen om een Nederlands dat vooral Noord Nederlands gekleurd is, ingang te doen vinden in België. Zelfs het “ge” dat we in België nog steeds dagelijks in onze spreektaal gebruiken, moet eigenlijk uitgefaseerd worden. (Als je dit zo onomwonden stelt, dan wordt dit dikwijls bij hoog en bij laag ontkend door de betrokkenen, maar toch is dat spijtig genoeg de realiteit van wat er op gebied van de Nederlandse taal in België gebeurt)

Zullen vrouwen in de 17 provinciën van Hilversum en de VRT “kleedjes” mogen dragen? En zal ‘”schoon” in die 17 provinciën enkel “proper” mogen betekenen en geen AN synoniem zijn voor het Noord-Nederlandse “mooi”? Om maar een paar van de meest frappante voorbeelden van Zuid-Nederlandse woorden te noemen die niet mogen in dat éne zgn. ons “verbindende” AN.

En als het vrijdag weer over het “Verkavelingsvlaams” en “koetervlaams” zal gaan, tja, dan weten we weer dat er nog weinig in de mentaliteit over taalvariatie en het Zuid Nederlands veranderd zal zijn.

Om de positie van deze website nog eens heel duidelijk te maken: deze website promoot géén nostalgisch Zuid Nederlands “taalprovincialisme” maar wil lobbyen voor de erkenning van het Zuid Nederlands naast het Noord Nederlands. Beiden dienen als evenwaardig behandeld te worden zodat “kleed” bv. gewoon een AN synoniem kan zijn dat naast “jurk” bestaat. Model hiervoor zijn het Amerikaans en het Brits Engels, twee varianten van het Engels die grondig van elkaar verschillen. Maar Engelsen en Amerikanen aanvaarden die culturele en taalkundige verschillen gewoon zonder dat men probeert de ene variant weg te zuiveren zoals dat al decennia lang gebeurt (en nog steeds gebeurt) met het Zuid Nederlands. En zonder dat men probeert de ene variant op te dringen aan de andere, zoals dat bij ons gebeurt (in naam van het taalzuiverende taalbeleid dat in Vlaanderen/België op scholen en in dagbladen gevoerd wordt). Deze blogt heeft ook geen nationalistische of politieke bedoelingen, maar ijvert voor de gelijkwaardige erkenning van het Zuid Nederlands louter op taalkundige gronden. Deze positie wordt uitgebreid toegelicht in het Knack opinie stuk “Red het Zuid Nederlands” dat in maart 2011 online verscheen.

Ik probeer met een zo open mogelijk gemoed vrijdag te luisteren want ik ben zéker voor meer culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Ik heb enkel problemen met aspecten van het Nederlands taalbeleid zoals dat in België gevoerd wordt, m.n. wanneer dat gelijk is aan het wegzuiveren van heel wat acceptabel Zuid Nederlands.

En nog een staartje: juist vergeleek ik de aankondiging van Radio 4, Hilversum, met die van de VRT en wat blijkt: op de Nederlandse website heeft men het over de relatie Nederland en België, op de VRT website over Nederland en Vlaanderen. Daar beginnen de culturele verschillen al.

In ieder geval schijnen de bedenkers van de naam “17 provinciën” voor dit radio evenement blijkbaar niet op de hoogte te zijn van de Groot-Nederlandse connotaties van deze term en dat alleen al is merkwaardig genoeg voor een programma dat het over culturele identiteiten wil hebben.

Hier een citaat geplukt van de Nederlandse radio 4 website:

Nederland en België worden één! Op 24 juni zenden de Vlaamse klassieke zender Klara en Radio 4 een gezamenlijk programma uit. U kunt erbij zijn!

Onder de titel De 17 Provinciën worden België en Nederland voor één dag samengevoegd. Vrijdag 24 juni wordt een dag vol muziek, discussie en veel humor, rechtstreeks vanuit Vlaams cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam en live uitgezonden op Klara en Radio 4.

Waarin verschillen we van onze zuiderburen? Wat brengt ons bij elkaar?

Een hele dag lang zoeken Klara en Radio 4 naar alles wat ons bindt en scheidt. Daarbij is er ruimte voor discussie, worden bekende Nederlanders en Vlamingen op de proef gesteld in een quiz en presenteren beide landen hun muzikale talenten. Een dag lang het beste uit twee culturen!

http://www.radio4.nl/nieuws/1901/24-juni-de-17-provinci-n.html

Bijgaand de persmededeling van de VRT, waarin het woord Belgisch niet één keer voorkomt.

De 17 provinciën
Op vrijdag 24 juni presenteren Klara en Radio 4 De 17 provinciën vanuit De Brakke Grond, een Vlaams cultuurhuis in Nederland. Die dag willen de Vlaamse en Nederlandse klassieke radiozenders van elkaar immers te weten komen wat hen scheidt en wat hen bindt op cultureel, politiek, ideologisch en vooral muzikaal vlak. Dat doen de netten 10 uur lang, tussen 9 en 19 uur.
De klassieke zenders van Vlaanderen en Nederland proberen het alvast één dagje met elkaar uit te houden. Presenteren doen ze in duo. Telkens nemen één Vlaming en één Nederlander plaats achter de microfoon. Volgende duo’s maken op 24 juni de dienst uit:
9 tot 12 uur Mark Janssens & Maartje van Weegen
12 tot 14 uur Kurt Van Eeghem & Hans van den Boom
12 tot 17 uur Katelijne Boon & Hans Haffmans
17 tot 19 uur Pat Donnez en Margriet Vroomans
Live muziek is er die dag van o.m. Capriola di Gioia, het Van Baerle Trio, Yuri van Nieuwkerk, Rosanne Philippens, An De Ridder, …
Te gast zijn o.m. Jan Raes, Kristien Hemmerechts, Ivo Van Hove, Fred Brouwers, Hans Waeghe, Frans Timmermans, Peter Vandermeersch, Leen Laconte, Doran van der Brempt, Joris van Poppel, Sabine Vandeputte, Marc Reugebrink, Begijn Le Bleu, Jan De Wilde, Leo Samama, Sanne Wallis De Vries, …
Klara en Radio 4 stellen elkaar kritische vragen
Tijdens de tien uur durende marathonuitzending stellen de radiozenders zichzelf en hun gasten een aantal vragen. Hoe komt het dat het muziekleven in Nederland zo anders is dan in Vlaanderen? Waarom worden enkele prestigieuze Nederlandse orkesten en festivals door Vlamingen geleid? Op welke manier ontwikkelde de muzikale cultuur en erfenis zich sinds de 17 provinciën uit elkaar gingen? Welke zijn onze muzikale exportproducten? Waarmee maken we indruk op elkaar? Wie zijn onze jonge talenten? Waar gaan we de mist in?
Vroeger werd in Vlaanderen massaal naar de Nederlandse televisie gekeken en las – wie zich slim noemde – Vrij Nederland en de Volkskrant. Nu blijken Vlamingen en Nederlanders genoeg aan zichzelf te hebben. Maar toch leidt een Vlaming leidt het NRC Handelsblad. En datzelfde geldt voor Toneelgroep Amsterdam. Maar Vlamingen zijn wel wat jaloers op het Concertgebouworkest. Met verbazing en verwondering kijkt het Vlaamse publiek naar de Mattheüsgekte. Maar een Vlaming wint alweer de Libris-prijs. Betekenen Vlamingen dan toch iets in de Grachtengordel? Of gaan beide bevolkingen straks samen ten onder aan de bezuinigingen?
Het beste uit Vlaanderen en Nederland gecombineerd
Hoe zou het leven in de 17 provinciën zijn als Vlamingen en Nederlanders alle mooie dingen nu eens netjes in een republiek met een kroontje verpakten? Een beetje Beatrix maar ook Mathilde, de ene dag een rijkgevulde rijsttafel en dan weer asperges à la Flamande, Rembrandt in het Rijksmuseum en Van Eyck in de Sint-Baafskathedraal in Gent, Hannes Minnaar en Liebrecht Vanbeckevoort, kroket uit de muur en friet met mayonaise.
Om één en ander alvast muzikaal in te leiden lieten Klara en Radio 4 het Wilhelmus en de Vlaamse Leeuw vertimmeren tot een nieuw volkslied. Aan de luisteraars van Espresso en De Ochtend van 4 geven de twee zenders de kans een nieuwe wapenspreuk te bedenken. In Nederland kan men een weekend Antwerpen (mét bezoek aan het MAS) winnen, in Vlaanderen een weekend Amsterdam (mét voorstellingen in De Brakke Grond én een bezoek aan Het Hermitage).

Klara & Radio 4 zenden samen uit, live vanuit De Brakke Grond in Amsterdam, in samenwerking met deBuren.

http://www.vrt.be/nieuws/2011/06/de-17-provinciën

Voetnoot: ik wil hier niet pedant doen, maar de VRT heeft het hierboven over “friet.” De Zuid-Nederlandse benaming is “fritten” (zonder “ie” en meestal in het meervoud, tenzij we het bv. over een “pakje frites” hebben waarbij frites als “frit” wordt uigesproken). Laten we ons de vraag stellen waarom “frit(t)en” geen aanvaard AN is in het “land van de frit(t)en”, vooral omdat we “frituur” met een “i” en géén “ie” spellen?

9 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

NMBS reclame over toffe botten en bomma’s, of Zuid Nederlands in Belgische reclame

Het is een trend die we al enige tijd volgen: Zuid Nederlands (Belgisch Nederlands) wordt weer meer gebruikt in reclame. Zo was er onlangs een reclame spotje van Flandria groenten op VRT waarin komkommers aangeprezen werden omdat men er schoon (ipv mooi) van wordt.  Voor de herhalingen van F. C. de Kampioenen -uit 1994, waarin Doortje en Bieke nog spontaan voortdurend “schoon” zeggen ipv “mooi” – is er een reclame spot van Belgacom waarin een man en zijn zoon op zoek zijn naar een vijs (ipv een schroef). En de NMBS heeft grote affiches hangen in trein stations waarin spreuken als “Toffe botten” en “De Bomma” prijken.

Het is blijkbaar in om Zuid-Nederlandse spreektaal te gebruiken.

Dat is opmerkelijk gezien het feit dat enkele prominente Vlaamse opiniemakers in kranten wel eens campagne voeren tegen de zogenaamde “tussentaal” en het “Verkavelingsvlaams.” Op deze blog gebruiken we die termen niet maar spreken we van Zuid-Nederlandse spreektaal en schrijftaal.

Ook de kritische website De Manke Usurpator heeft zoals onze blog vragen rond de campagne tegen het Verkavlingsvlaams. Van de manke usurpator mochten we deze foto’s lenen, gemaakt in het station van Berchem door de manke usurpator zelve:

credits: manke usurpator

credits: de manke usurpator

Nog een opmerking over deze reclame campagne van de NMBS:

het valt op dat de NMBS de reiziger met “je” ipv “u” adresseert.   Toch ervaren heel wat Belgen de directe aanspreekvorm “je”/”jij” in formele situaties, reclame en overheidsteksten, als te direct of zelfs onbeleefd.  Reclameteksten voor banken en medicamenten maken dan ook meestal gebruik van het hoffelijke “u.” Ook heel wat Nederlanders, trouwens, klagen over het verdwijnen van “u” als hoffelijkheidsvorm in Nederland.  Op Nederlandse autostrades staan er verkeersborden die de bestuurders met “je” aanspreken ipv u.

Zoals in Frankrijk en in Duitsland maken nederlandstalige Belgen en heel wat Nederlanders een strikt onderscheid tussen beleefde aanspreekvormen en informele aanspreekvormen. Dus  “u” gebruiken ze om anderen aan te spreken en “gij” en “jij” worden voorbehouden voor familie, kennissen.  “Je” altijd en overal is een verschijnsel uit marketeers Nederlands.   Het is een beetje vreemd want wie bv. een minister aanschrijft gebruikt “u”, dus waarom dan niet ook “u” gebruiken voor de doorsnee burger?

Voetnoot: de foto’s van de Manke Usurpator, met zijn commentaar, vindt u op deze link:  http://demankeusurpator.wordpress.com/2011/06/03/het-lukt-niet-aflevering-elfendertig/

3 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Zangeres Natalia op bezoek bij Villa Vanthilt

Wordle: Untitled

Deze zaterdag nog was zangeres Natalia “incognito” op stap met haar bruine New Foundlander in de Antwerpse Hoogstraat, gisterenavond verscheen ze met diezelfde hond op Villa Vanthilt in Dendermonde, gepresenteerd door Marcel Vanthilt.  Natalia was de vrouwelijke ster rond wie de aflevering draaide. Ze had ook gasten uitgenodigd zoals Pieter Loridon en Gabriel Rios, met wie ze een tijd terug het duet Hallelujah zong.

Ondanks de vele “leuks” die door de ether vlogen, hield Natalia goed stand in het Zuid Nederlands, gebruikte ze woorden als “plezant,” “schoon” of “bangelijk” (n.a.v. haar bangeljke vlucht in een stuntvliegtuig)en had ze het over haar kleedjes. Zoals de doorsnee vrouw in België draagt ook Natalia kleedjes, en geen “jurkjes.”

De Zuid-Nederlandse woordpret werd evenwel een heel klein beetje doorkruist door Showbizz Bart van VTM, die het bijna heel de tijd over de “leuke” “jurkjes” van Natalia, Lady Gaga en Madonna had in plaats van, zoals Natalia, gewoon kleedje te zeggen.  Is het omdat VTM door VRT en verwante opiniemakers de schuld heeft gekregen van de zgn. “verloedering” van het Nederlands (“De schuld van VTM”) dat Showbizz Bart “jurkje” zegt? We hebben het hier op onze blog al meermaals gezegd, maar doen het graag nog eens: “kleedje” is een correct Standaardnederlands woord volgens Prisma Handwoordenboek, en dus géén dialect en ook géén “verkavelingsvlaams” of “tussentaal.”  En verder: waarom hebben de meeste  presentators bij zowel VRT als VTM er zoveel moeite mee om het doodgewone spreektaalwoord “plezant” over hun lippen te brengen? Het lijkt wel of er een taboe ligt op dat doodnormale Zuid-Nederlandse woord zowel bij VRT als bij VTM.  Graag hadden we aan antwoord gekregen op de vraag: waarom eigenlijk, want plezant is een bovengewestelijk Zuid-Nederlands woord en géén dialect.  Geestig (West en Oost Vlaanderen) en plezant, je hoort die woorden zo goed als niet meer op VRT en VTM.

Bedankt alvast aan Natalia voor de promotie van Zuid-Nederlandse (Belgisch-Nederlandse) woorden op TV.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Nederbelg René de Bok noemt Vlaamse taal bloemrijker

Wordle: Untitled

Er is op deze blog “Red het Zuid Nederlands” al meermaals bericht over de taalzuiverende aspecten van het taalbeleid in België, waarbij Vlaamse taalkundigen en taaladviseurs zich naar Nederland richten om gangbare, bovengewestelijke Zuid-Nederlandse woorden weg te zuiveren. Als ging het om onkruid. Om dan nog te zwijgen over de hetze die al jaren tegen het Verkavelingsvlaams, de zgn. tussentaal en de dialecten gevoerd wordt/werd in naam van een sterk Noord-Nederlands gekleurd AN.  Noord-Nederlands spreektaalwoord “leuk” mag wel, Zuid-Nederlands spreektaalwoord “plezant” mag niet (in het AN).

Het is dan ook een verademing in de Standaard eens een positief bericht te lezen over het Zuid Nederlands, en wel van een Nederlander die al jaren in België woont. In tegenstelling tot de uitspraken van een bekende Nederbelg die graag over het zogenaamde “koetervlaams” sakkert, schrijft René de Bok bijna uitsluitend positief over het Zuid Nederlands. Aanleiding is de serie “Thuis” die hem hielp inburgeren in Vlaanderen:

We citeren René de Bok uitvoerig:

“Er zijn naar mijn idee geen culturen die heviger met elkaar botsen dan de Vlaamse en Nederlandse. Zelfs de taal die serieuze verwantschap lijkt te vertonen, is een permanente bron van misverstanden. Een klein voorbeeld ter illustratie: wanneer Vlamingen en Nederlanders in een vergadering bijeen zijn en de voorzitter op zeker moment de aanwezigen laat weten: ‘wij gaan door’, dan vertrekken de Vlamingen onmiddellijk terwijl de Nederlanders er nog eens goed voor gaan zitten in de veronderstelling dat de vergadering wordt voortgezet. Toen ik bijna twintig jaar geleden met een koffer de sprong in het duister waagde en in Vlaanderen ging wonen, was de Vlaamse volksziel terra incognita voor mij. In die dagen ondervond ik grote steun van de soapserie Thuis. Als inleiding ‘Vlaams voor beginners’ maar ook als gids in het labyrint van het Vlaamse karakter. Zo hoorde ik in de omgangstaal de term chichi madam. Meer dan een vaag idee wat dat voor een madam was, had ik niet. Totdat ik de Thuis-actrice Leah Thys aan het werk zag en hoorde. Zij toonde mij wat een chichi madam was, een quasi-deftige, verkrampte burgertrut met valse morele pretenties. Een prachtig type dat zij tot de dag van vandaag onnavolgbaar gestalte geeft.”

de Bok besluit zijn artikel met een ode aan de Vlaamse taal, die hij bloemrijker noemt dan de Noord Nederlandse variant:

“Nederlandse soaps zijn als de huizen waarin Nederlanders zich voor de werkelijkheid verschuilen. Ze staan netjes in een rij; mensen horen thuis in een overzichtelijk rijtje. Braaf in hun eigen vakje. Met een vaste kamerplant voor het raam. Het leven is voorspelbaar geregeld, keurig, onopvallend. Het zijn roestvrije clichés, maar ze bevatten een solide kern van waarheid. Ik heb ontdekt dat de Vlaming zich minder eenvoudig in vakjes en hokjes laat vangen.

Vlamingen wonen niet in aangeharkte plantenbakken. Hun huizen zijn ook bloemrijker. Zoals hun taal. De Vlaming heeft een anarchistische stijl van leven. Hij is een karakter uit Thuis, een soapserie die niet is weg te bezuinigen uit de Vlaamse cultuur. Onstuitbaar op weg naar morgen. Minstens een kwarteeuw.”

Het Zuid Nederlands  heeft weelderig tierende beeldspraak, is bloemrijker dan de Noord Nederlandse variant, als we deze Nederbelg mogen geloven.

Maar hoe komt het dan dat zovele van onze Vlaamse taalkundigen en taaladviseurs geen begrip hebben voor de Belgisch-Nederlandse variant en vele Zuid-Nederlandse woorden en uitdrukkingen meedogenloos tot onkruid hebben gedegradeerd? Bloembakken vol met taalonkruid dat moet worden weggewied in naam van het ene juiste AN dat traditioneel hoofdzakelijk Noord Nederlands is (met wat uitzonderingen, voor de couleur locale)?

Een lijst van die tot onkruid gedegradeerde woorden vindt u op deze link: https://belned.wordpress.com/belgisch-nederlands-voorbeelden/

http://destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=6M3ANBK3

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Waarom BelgischNederlands spreken en schrijven? Waarom lobbyen voor het Zuid Nederlands?

Wordle: ZuidNederlands

Met het Belgisch Nederlands (Zuid Nederlands) is het gelukkig nog niet zo ver als met de Idonesische taal Dusner, waarvan er nog maar drie sprekers zijn. Toch is het belangrijk dat we met z’n allen het Zuid Nederlands blijven verder spreken en schrijven en dat ook kinderen het Zuid Nederlands verder wordt aangeleerd.

De laatste sprekers van de bijna uitgestorven Idonesische taal Dusner verzuimden het hun taal aan te leren aan hun nazaten.  Zo lezen we in de Morgen: “De drie sprekers hebben kinderen, maar ze hebben de taal niet doorgegeven. Het Dusner zal dus sterven met hen.” Dusner is een van de 130 talen die wereldwijd door minder dan 10 mensen gesproken worden. Er zijn wereldwijd 6.000 bekende talen, waarvan naar schatting de helft uitgestorven zal zijn tegen het einde van deze eeuw.”

Het Zuid Nederlands is bedreigd vanwege het strenge taalzuiveringsbeleid in België: het Zuid Nederlands (BelgischNederlands) wordt weggedrukt ten voordele van een AN dat vooral uit Noord Nederlands bestaat.  In plaats van twee standaardtaalvarianten officieel te erkennen (in navolging van het Brits en Amerikaans Engels, bijvoorbeeld), erkent men officieel eigenlijk een AN dat vooral naar het Noord Nederlands gemodelLeerd is (met een klein beetje Zuid-Nederlandse variatie, voor wat coleur locale). Als gevolg daarvan zijn zowel de Zuid-Nederlandse schrijftaal (“standaardtaal”) als de informele Zuid-Nederlandse spreektaal in hun verderbestaan bedreigd.  Het informele Zuid-Nederlands wordt ofwel negatief als “maar dialect” ofwel als verfoeilijke tussentaal (Verkavelingsvlaams) afgedaan. Alom heerst er negatieve beeldvorming rond het Zuid Nederlands waardoor nederlandstalige Belgen voortdurend onder druk staan om het Zuid Nederlands vooral  niet te spreken of schrijven in formele en andere situaties.

Willen we voorkomen dat het Zuid Nederlands tot die met uitsterven bedreigde talen gaat behoren, dan is het belangrijk dat we met z’n allen ons best doen om het Zuid Nederlands zoveel mogelijk verder te gebruiken.  Jongeren verder het Zuid Nederlands aanleren zal daarbij belangrijk zijn. Daarom is het dan ook nodig dat we lobbyen voor de erkenning van een BelgischNederlandse variant van het AN  zodat we Zuid-Nederlandse woorden als “kleed” enz in onze standaardtaal kunnen gebruiken.  Deze blog is zo’n lobby.

Meer op de home pagina: https://belned.wordpress.com/

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Antwoord aan Ruud Hendrickx, VRT taaladviseur en van Dale hoofredacteur. Deel 1

Bent u op deze pagina terecht gekomen omdat u uitleg zoekt over het Belgisch Nederlands of het Zuid Nederlands, ga dan eerst naar de home pagina van deze website waar u duidelijke uitleg vindt. Of lees het verklarend artikel over Belgisch Nederlands/Zuid Nederlands in de Knack online.

******************************************************************************

Op onderstaande pagina vindt u een antwoord op reacties van Ruud Hendrickx, VRT taaladviseur en Vlaams hoofdredacteur van Van Dale.  Om onze eigen stelling duidelijker te maken volgen hier commentaar en opmerkingen meteen na de reacties van de heer Hendrickx.

OPMERKINGEN VAN DE HEER RUUD HENDRICKX, MET COMMENTAAR:
1. Voor je kunt discussiëren, moet je je termen definiëren. “Belgisch-Nederlands” is een geografische aanduiding. “Standaardtaal” is een registeraanduiding. Uiteraard is “Belgisch-Nederlands” niet per definitie “standaardtaal”. Maar het is ook niet per definitie “dialect”. “Spreektaal” is niet hetzelfde als “dialect”.

Antwoord en correctie: u suggereert dat we hier op deze blog onze termen niet definiëren, maar het is precies op uw VRT taalnet, dat u als VRT taaladviseur beheert, dat een belangrijke taalkundige term, m.n. dialect, verkeerd gebruikt wordt. Al zo’n tien jaar, sinds 2001, staat er in volgende VRT taalnet tekst dat goesting en appelsien dialect zijn. Dialect is per definitie eng regionaal gebonden, en “goesting” en “appelsien”  zijn daarom géén dialect. Het zijn bovengewestelijke, Zuid-Nederlandse (Belgisch-Nederlandse) woorden: als miljoenen Vlamingen, onafgezien van de streek waar ze wonen, specifieke Zuid-Nederlandse woorden gebruiken is het dan taalkundig gezien juist te zeggen dat ze dialect zijn? Antwoord: neen. Trouwens, appelsien is een woord niet ongekend in Nederland: zo is Appelsientje de merknaam van een Nederlands fruitsap. Op een taalforum waaraan Nederlanders deelnemen was men verbouwereerd te horen dat “appelsien” in Vlaanderen als dialect wordt afgeschreven. Appelsien  en goesting zijn bezwaarlijk Vlaamse dialectwoorden zoals uw VRT taalnet ten onrechte stelt. Het zijn bovengewestelijke Zuid-Nederlandse woorden, die o.i. eigenlijk tot de algemene Nederlandse standaardtaal zouden moeten behoren, m.b. de Zuid-Nederlandse variant van de Nederlandse standaardtaal zoals die in België gebruikt wordt. “Appelsien” en “goesting” dienen als correct synoniem erkend te worden voor “sinaasappel” en “zin” en de doelstelling van deze blog is voor deze Zuid-Nederlandse woorden te lobbyen.

2. Op VRTtaal.net komt de term vrijwel “dialect” vrijwel uitsluitend voor in verwijzing naar de 13e editie van de Grote Van Dale. In de rubriek Taalkwesties gebruik ikzelf één keer de term “dialect” voor het woord “kokes” (kokkin).

Antwoord en correctie: Dat klopt niet.  In een tekst die al 10 jaar op uw VRT taalnet staat, staat er duidelijk het volgende te lezen: “De Woordenlijst geeft alleen maar aan hoe je een woord moet spellen. Er staan veel woorden in die zonder enige twijfel dialect zijn: goesting, appelsien […]”  


3. U haalt de functie van een woordenboekmaker en die van een taaladviseur door elkaar. Een woordenboekmaker registreert en doet geen expliciete normatieve uitspraken. Een taaladviseur registreert en formuleert op basis van observaties een advies.
Wat op dit moment in de Grote Van Dale staat, is het resultaat van een wetenschappelijke telling onder het hoofdredacteurschap van Dirk Geeraerts. Wat het label “spreektaal” krijgt, is vooral aangetroffen in de gesproken taal en niet in geschreven taal.

Antwoord en correctie: ik haal de functie van woordenboekmaker en taaladviseur niet door elkaar, maar stel vast dat meerdere Vlaamse taalkundigen, en ook uzelf, als u mij toestaat dit zo te zeggen, wel degelijk normatieve uitspraken doen over het Zuid Nederlands. Zo lezen we bijvoorbeeld in het boek dat u schreef, Stijlboek VRT (2003)  dat een Zuid-Nederlands woord als “gans” (in de betekenis van “heel”) “verouderd” is, behalve in de uitdrukking “van ganser harte.” Nochtans is “gans” een springlevend woord dat dagelijks door zeer vele Belgen doorheen heel Vlaanderen gebruikt wordt, ook door hoogleraren. U schrijft verder over “gij,” een typische Zuid-Nederlandse aanspreekvorm die door miljoenen Vlamingen elke dag in de Zuid-Nederlandse spreektaal gebruikt wordt: “Vermijd de gij-vormen, want ze zijn verouderd.” Correcter zou zijn geweest als u als geschreven had: “in België gebruiken we “ge” in de spreektaal, maar niet in de schrijftaal.”  En, inderdaad, een taalkundige website in Nederland zegt correct dat “ge” nog “springlevend” is in Vlaanderen.  Het is dan ook feitelijk en taalkundig gezien fout te stellen dat “ge” in Vlaanderen “verouderd” is. Enkel vanuit een perspectief dat zich op het Noord Nederlands toespitst (het perspectief dat u impliciet hanteert) is het juist te zeggen dat “gij” verouderd is, van Gogh gebruikte het nog, de meeste Nederlanders van vandaag (met uitzondering van de zuidelijke provincies en Nederlands Limburg) gebruiken het niet meer. Dus voor Noord Nederland geldt dat “ge” verouderd is, niet voor Vlaanderen. Zeggen tout court zoals u dat doet dat “gij” verouderd is, is een normatieve uitspraak die niet juist is.  Het zou echt verademend zijn als leidinggevende Vlaamse taalkundigen zich neutraal en objectief zouden opstellen tegenover de Zuid-Nederlandse spreektaal, i.p.v. pogingen te ondernemen om die spreektaal actief te veranderen of aan banden te leggen (zoals ook gebeurt in de media campagne tegen het “Verkavelingsvlaams”).   Zoals Guy Tops, taalkundige professor van de Universiteit Antwerpen, vinden we op deze blog dat taalonderzoekers neutraal dienen te zijn en geen taalbeoordeelaars mogen worden. Zie hierover ook de verdere discussie over “ge” op deze link https://belned.wordpress.com/2011/01/22/ruud-hendrickx-hoofdredacteur-van-dale-en-vrt-taaladviseur-doet-vreemde-uitspraak-over-gij-zijt/
4. U schrijft dat “kleed” standaardtaal in België is. Dat is het niet volgens de definitie die taaladviseurs gebruiken (http://taaladvies.net/taal/advies/tekst/85). In geschreven documenten wordt ook in België eerder “jurk” dan “kleed” gebruikt. Ik zeg niet dat “kleed” niet gezégd wordt in België, in geschreven documenten voor het grote publiek staat meestal “jurk”. “Kleed” in de zin van “jurk” is spreektaal in België. Een taaladviseur gaat met dat basismateriaal aan de slag. Hij geeft advies (hij stelt geen wetten!) over welke variant het beste in een bepaalde context past. Als een taaladviseur in een beschrijving leest dat een bepaalde vorm tot de (informele) spreektaal in België gerekend wordt, adviseert hij die vorm niet te gebruiken in zakelijkere taal, bvb. in een nieuwsbericht. In die zin zijn de adviezen op VRTtaal.net en in de Taalmails bedoeld.

Antwoord en correctie: ik zeg op deze website dat dameskleed en kleed vroeger in België standaardwoorden waren en dat meer recent kinderen op school expliciet wordt aangeleerd dat kleed enkel vloerkleed kan betekenen, zoals in Nederland, en dat ze jurk moeten zeggen. Vroeger werd er uitdrukkelijk op school gezegd dat Nederlanders jurk zeggen en denken dat kleed vloerkleed betekent, terwijl wij Belgen gewoon kleed en dameskleed zeggen en niet jurk. Op deze website tonen we de vooringenomenheid tegen Zuid-Nederlandse woorden als “kleed” aan. Ook al zegt de absolute meerderheid van Belgen kleed, toch is het woord niet goed genoeg om het statuut van standaardtaal in België te krijgen. Reden: het impliciete Noord-Nederlandse perspectief gehanteerd door een aantal leidinggevende Vlaamse taalkundigen, waaronder uzelf, als ik dat daaraan mag toevoegen. Als die Vlaamse taalkundigen unaniem zouden beslissen om “kleed”, “kuisen” e.d. tot standaardtaal te benoemen, zouden deze woorden wél in geschreven zakelijke taal gebruikt kunnen worden. Nu zijn ze als fout gebrandmerkt en maken ze geen schijn van kans om in de geschreven zakelijke taal voor te komen (behalve als citaat of in creatieve teksten).  Voor kleed is het nog niet te laat, jurk is nog lang niet ingeburgerd, en toch komen we het woord “kleed” in bijna geen enkele krant, geen modeweekblad meer tegen. Het wordt dus effectief gecensureerd uit de pers. En om de cirkelredenering van sommige Vlaamse taalkundigen daarbij verder te illustreren: omdat het woord “kleed” niet in de Vlaamse geschreven pers voorkomt, wordt het ook niet als standaardwoord in Van Dale opgenomen. De cirkel is zo rond: een als “slechts Belgisch-Nederlands spreektaal” gebrandmerkte uitdrukking kan zo nooit AN standaard woord worden, want Van Dale gebruikt de zakelijk geschreven taal in Vlaanderen als onderzoeksveld voor wat al dan niet standaardtaal in België is. QED (wat te bewijzen was)…

5. Zeggen we ‘kuisen’ in een bericht, dan krijgen we gegarandeerd opmerkingen van luisteraars; zeggen we ‘schoonmaken’, dan klaagt niemand.
Antwoord en correctie: het spreekt vanzelf dat als mensen al jaren wordt aangeleerd dat “kuisen” fout is, dat sommige luisteraars dat woord dan ook als “fout” gaan ervaren.  De manier waarop “kuisen” en andere woorden “gevillifieerd” zijn als “Verkavelingsvlaams” enz. zijn symptomatisch voor de taalzuivering die nog steeds in België plaatsvindt. Dus, u oogst als (impliciet normatieve) taalkundigen wat u gezaaid heeft: als Zuid-Nederlandse woorden voldoende lang gebrandmerkt worden als “dialect,” “niet verzorgd,” “alleen maar spreektaal” of “Verkavlingsvlaams” gaan mensen die AN wensen te spreken ze ook automatisch vermijden. Duidelijkste voorbeeld: plezant, dat jarenlang als ongewenst werd voorgesteld en dat op uw eigen website als “fout” gemarkeerd is en te vervangen door “leuk.” Ook poetsen, nog een woord dat eigenlijk standaardwoord zou moeten zijn, wordt door u en anderen als foutief gemerkt en vervangen door schoonmaken.  In uw Stijlboek VRT zegt u op pagina 192 dat “poetsvrouw” een “leenvertaling is uit het Duits” (bent u daar zeker van of zou het kunnen dat het Zuid Nederlands tal van overeenkomsten toont met het Duits, omdat het ook een Germaanse taal is, en poetsen, spreken, kleed e.d. gewoon onze gemeenschappelijke roots aanduiden? En als het dan al zo zou zijn dat poetsvrouw toch een leenvertaling is, waarom zou dat dan fout zijn? Waarom die drang om het Zuid Nederlands van gallicismen en germanismen te ontdoen, nog een irritant teken van hoe taalzuivering in Vlaanderen gevoerd wordt. Terwijl het ene Engelse woord over het andere struikelt, maar dat mag wel want is modieus, jong, en “niet verouderd”?) Erger, u gaat nog verder en zegt expliciet dat “poetsen” “dialect is volgens van Dale.” Het klopt trouwens niet dat er geen protest is over schoonmaken. Integendeel. Zo schrijft een Nederlandse deelnemer op een taalforum, citaat:  ””Als geboren en getogen Randstedeling volg ook ik al jaren met verbazing de kruistocht van Ruud Hendrickx om het Vlaams te ondoen van zijn eigen woordenschat. Kuisen is fout, want dat moet schoonmaken zijn. Ik zou het Vlaams vooral in ere houden.” Einde citaat. En in de Standaard schreef een docent Ludo Permentier aan om te klagen over de taalzuivering van taalkundigen die, zoals Permentier, lijsten opstellen met correcte en foute woorden. Zo kloeg hij aan dat het correcte poetsvrouw niet meer mag, enkel nog werkvrouw of schoonmaakster. Ook op deze blog stellen we voortdurend vraagtekens bij dit soort van normatieve beslissingen, die niet gedragen worden door de feitelijke taalwerkelijkheid in België.

6. Ik daag u uit “honderden voorbeelden” te geven van Belgische woorden die ik op VRTtaal.net
dialect noem.

Antwoord en correctie: op deze website en in de open brief wordt heel duidelijk uitgelegd dat u door de meerderheid van Zuid-Nederlands woorden “slechts spreektaal” te noemen, en dus geen standaardtaal, u ze de facto “het statuut” van dialect geeft (met klemtoon op het woord “statuut”). M.a.w. of u nu het woord appelsien, goesting, kleed, kuisen enz spreektaal of dialect noemt, er is de facto geen verschil, want géén van deze woorden mag in de netjes verzorgde zakelijk geschreven standaardtaal gebruikt worden als je AN wenst te spreken. En wordt zo “weggezuiverd.” Dus u geeft nog steeds “the kiss of death” aan al deze Zuid-Nederlandse woorden, om het plastisch uit te drukken. En, er zijn dus honderen voorbeelden van woorden die u slechts spreektaal noemt op uw VRT taalnet en in uw Stijlboek VRT. Wat te bewijzen was.

Tot slot, zoals reeds op de home page van deze website staat:  uiteraard is deze website niet gekant tegen het Noord Nederlands of Nederlanders, net zo min als Engelsen gekant zijn tegen het Amerikaans Engels, of Fransen tegen het Canadees Frans.

18 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Ruud Hendrickx, hoofdredacteur van Dale en VRT taaladviseur, over “ge zijt” (n.a.v. de campagne van de Lijn “Ge zijt nen engel”)

Eerder werd op deze blog al gemeld dat er in België soms merkwaardige taalkundige uitspraken gedaan worden over wat al dan niet dialect is. Het negatieve woord “dialect” wordt in België graag gebruikt om nederlandstalige Belgen aan te sporen een Zuid-Nederlands woord te laten varen en over te schakelen op een Noord-Nederlandse variant. Zo wordt gezegd dat het bovengewestelijke “kleed” (dat ooit standaardwoord was) “dialect” zou zijn en dat je om AN te spreken eigenlijk het Noord-Nederlandse “jurk” dient te gebruiken. En dat werkt, want als je lang genoeg zegt dat woorden als “schoon” of “plezant” dialect of “slechts spreektaal” zijn, gaan mensen die AN willen spreken ze automatisch vermijden.  Ook in hun informele omgangstaal met vrienden en familie.

Zo worden geleidelijk heel wat Belgisch-Nederlandse woorden afgeleerd.  Dat wegzuiveren van Zuid Nederlands ten voordele van Noord Nederlands gebeurt  vanuit de zichtwijze dat het Nederlands in België gestandaardiseerd dient te worden, t.t.z. min of meer identiek dient te worden aan het Nederlands in Nederland. Dit noemen we in de taalkunde taalzuivering (in dienst van de standaardisering of standaardisatie van het Nederlands): het wegdrukken van zogenaamd onacceptabele woordenschat.  En dat lukt ook ten dele: Noord-Nederlands spreektaalwoord “leuk” mag wel, het Zuid-Nederlands spreektaalwoord “plezant” daarentegen mag niet (in het AN).  Resultaat: “plezant” wordt weggedrukt ten voordele van het woordje “leuk” en komt minder en minder voor.

Het wegzuiveren van Zuid-Nederlandse taalgebruiken gebeurt door het negatief brandmerken van die zegswijzen. Vooral het negatief gekleurde “dialect” dient als markeerder om aan te tonen dat je een bepaald woord of een bepaalde zegswijze maar beter niet gebruikt als je “beschaafd” wil zijn en “beschaafd” wil spreken.  Zo kwamen we bij het googelen terecht op een o.i. merkwaardige taalkundige uitspraak van de heer Ruud Hendrickx, Vlaams hoofdredacteur van van Dale en VRT taaladviseur. Hendrickx verscheen in 2007 in de pers omdat hij kritiek had op de nieuwe slogan van de Lijn (de Vlaamse vervoersmaatschappij), die luidde “Ge zijt nen engel” (betekenis: je gedraagt je goed).  Hendrickx vond het niet kunnen dat de Lijn geen AN gebruikte en stelde dit publiek aan de kaak.  Niet alleen kan men zich vragen stellen bij zo’n  interventie: waarom zou de Lijn “Ge zijt nen engel” niet mogen gebruiken? Het is een eerder pittige Zuid-Nederlandse uitspraak die in de spreektaal of omgangstaal door heel veel mensen gebezigd wordt. Waarom niet wat “couleur locale”, wat is daar mis mee en is het wel de taak van een taaladviseur het gebruik van de spreektaal zo aan banden te leggen?

Dat zijn legitieme vragen. Het gevolg was een uiteenzetting tussen Ruud Hendrickx en een blogger Sereniteit die een open brief aan Hendrickx schreef:  de blogger stelt dat “gij/ge zijt” gewoon Zuid-Nederlandse spreektaal is en dat  er dus niks mis mee is dat de Lijn die slogan gebruikt. Hendrickx riposteert daarop met de uitspraak dat “gij zijt” een “Brabants-Antwerpse dialectvorm” zou zijn en dus zeker niet universeel in Vlaanderen.  Maar hierbij moeten we kritiek aanteken want dit is een hoogst merkwaardige uitspraak: “Gij zijt” een “Brabants-Antwerpse dialectvorm” zoals hier beweerd wordt?  Geenszins.   “Gij zijt” is géén dialectvorm. “Ge/gij zijt” is gewoon de oudere vorm Nederlands die ook in gans Nederland gebruikt werd.  Lezen we even de brieven van Vincent van Gogh na. Die schrijft in 1877 aan zijn broer Theo:

” Ik ben blij voor U dat gij zoo spoedig op reis zijt gegaan, dat is een goede afwisseling.”

Anders gezegd: het gebruik van “gij/ge zijt” in het Zuid Nederlands is géén dialect, maar in de Zuid-Nederlandse spreektaal is “gij zijt” een relict of overblijfsel van een oudere standaardtaal, die universeel en overal ingeburgerd was, ook in Nederland, zoals de brieven van Vincent van Gogh en tal van andere Noord-Nederlandse teksten aantonen. Maar in het kader van de standaardisatie van het Nederlands is het gemakkelijker het negatief geladen woord “dialectvorm” te gebruiken in de strijd tegen zgn. ongewenste vormen van het Zuid Nederlands.

Waarom dit  publiek optreden van een taaladviseur tegen een slogan van de nationale vervoersmaatschappij de Lijn (Ge zijt nen engel) ? Waarom belerend (repressief) optreden tegen een onschuldige Zuid-Nederlandse slogan als “Ge zijt nen engel”? Het is o.i. een voorbeeld van wat we op deze blog “taalcensuur” noemen en heeft veel weg van een poging om de Zuid-Nederlandse spreektaal te bannen uit de publieke ruimte. Héél letterlijk dan, want de slogan prijkte via posters op bushokjes en in trams. De bedoeling is namelijk dat Vlamingen, juist zoals Nederlanders, in hun spreektaal je zeggen i.p.v. vast te houden aan ge en gij. Men wil van dat gij en ge af of het de Belgen afleren. Ook termen als “Verkavelingsvlaams” en “tussentaal” hebben een sterk negatieve bijklank waarmee de gebruikers van “ge” gebrandmerkt worden. Men zou “ge” ook Zuid-Nederlandse spreektaal kunnen noemen, i.p.v. verkavelingsvlaams of tussentaal. Maar verkavelingsvlaams is een uiterst negatieve term en is dus handiger in de pogingen om Zuid-Nederlandse spreektaal af te leren.

Voetnoot:

We vragen ons af of spreektaal in Vlaamse feuilletons van de VRT vooral gedoogd wordt vanwege de kijkcijfers? En zelfs in de laatste reeksen afleveringen van FC De Kampioenen zijn er talrijke taalzuiverende optredens, zoals de vervanging van “schoon” door “mooi”. Bieke zegt op het einde van de serie niet alleen dikwijls “mooi” maar ook “leuk” wat opvalt aangezien het lijflied van F.C. de Kampioenen “kampioen zijn is plezant” luidt.  Ook andere typische Zuid-Nederlandse spreektaalwoorden worden in de laatse afleveringen van F C de Kampioenen weggezuiverd, zoals “bomma” en “bompa”  door “opa” en “mammie.” Dat laatste woord gebruikt werkelijk geen kat. Maar alles beter dan de spreektaal woordenschat gebruiken die men wil afleren. Vergelijk dit met André Rieu  (Nederlands Limburger) die voor het oog van miljoenen kijkers uit Duitsland, Nederland en België een Duitse presentatrice wijsmaakte dat de Nederlandse vertaling van het Duitse woord “Opa” “bompa” is.  Als we een aantal opiniemakers mogen geloven zou  André Rieu “Verkavelingsvlaams” spreken… Om maar even de absurditeit van sommige taalkundige beweringen in de verf te zetten. Rieu spreekt natuurlijk géén verkavlingsvlaams, maar Zuid Nederlands, want Zuid Nederlands strekt zich ook uit tot Nederlands Limburg, Noord Brabant en Zeeuws Vlaanderen (vandaar dat André Rieu ook wel eens voor een Vlaming wordt genomen).  Maar let u eens op hoe weinig de term “Zuid Nederlands” nog gebruikt wordt. In plaats daarvan vinden we in kranten als de Standaard en in uitlatingen van prominente Vlaamse taalkundigen en opiniemakers veelvuldig negatieve verwijzingen naar het “Verkavelingsvlaams”. Bedoeling: via belerende en negatieve opmerkingen het taalgebruik van nederlandstalige Belgen ingrijpend te veranderen.

Noot: de discussie over ge zijt is te lezen op http://sereniteit.wordpress.com/2007/10/30/open-brief-aan-ruud-hendrickx-ivm-zijn-commentaar-op-actie-ge-zijt-nen-engel/


11 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized